De lidstaten kunnen de hoeveelheid brandstof die voor de vrijstelling in aanmerking komt, beperken:
a) voor bedrijfsvoertuigen die internationaal vervoer verrichten vanuit derde landen of derdelandsgebieden naar hun grensgebied met een maximale breedte van 25 km in rechte lijn, mits dit vervoer wordt verricht door personen die in dit grensgebied wonen;
b) voor personenwagens die toebehoren aan personen die wonen in het grensgebied met een derde land of derdelandsgebied met een maximale breedte van 15 km in rechte lijn.